Hieronder geef ik wat uitgangspunten, waaraan mijn uitvoering moest voldoen:
- Eenvoudig; geen grote verbouwingen of andere dure aanpassingen;
- Apparatuur: geen grote (en dure) apparaten;
- Techniek: geen afhankelijkheid van specialisten, die voorlopig nog schaars zijn;
- Financieel: maandelijkse lasten gelijkblijvend of dalend;
- Label: streven naar een NOM of BENG woning.
Ad 1 Eenvoud
De verwarming moet bij ons (aanvankelijk) kunnen blijven werken zoals het is. Dat komt vooral omdat wij vloerverwarming op water als hoofdverwarming op de begane grond hebben.
We willen geen ingrijpende aanpassingen in de woning.
Als er gewerkt moet worden met grondwarmte betekent dat niet alleen een forse investering, maar er komen ook de nodige grote vaten en apparaten in huis, die het gebruik van de woning beïnvloeden. Dit geldt in mindere mate voor lucht-water warmtepompen, die een buiten- en binnen-unit kennen. Maar ook dit betekent soms het nodige aan hak en breekwerk, nog los van de vraag of een warmtepomp een goede keuze is.
Ad 2: Apparatuur
De al genoemde apparaten bij punt 1, zijn kostbaar. Een grondwater installatie kost al gauw 20K, maar kijk niet vreemd op van 30K, want die offerte heb ik ook.
Een werkende en goed ingeregelde lucht-water warmte pomp (niet hybride*) vraagt een investering van tussen de 8-10K. Daar komen dan de zonnepanelen en andere aanpassingen nog bij.
*hybride betekent samenwerking met een Cv-ketel voor de echt koude dagen
Ad 3: eenvoudige techniek
Uit de punten 1 en 2 komt al naar voren, dat de vandaag te dag aangeprezen vormen van grondwater buffers en/of de warmtepomp, je te maken hebt met apparaten die technisch gezien tamelijk ingewikkeld kunnen zijn en die worden blootgesteld aan buiten invloeden. Ze vragen ook periodiek onderhoud. Omdat deze technieken weliswaar al even bestaan, maar voor de gewone consumenten markt nog niet door- c.q. uitontwikkeld zijn, zijn er nog kwetsbaarheden en onzekerheden. Je bent bij storing afhankelijk van gespecialiseerd personeel. Op dit moment - maar ook de komende jaren – zijn die nog niet ruim voorhanden.
Daarnaast blijkt, dat warmtepompen een verborgen verbruik kennen, op het moment dat het buiten echt koud is. Alles draait om die COP waarde. Ik kom later nog terug op wat dit betekent en het verschil tussen rechtstreeks elektrisch en via water verwarmen en het daaraan te koppelen gas- en elektraverbruik.
Mijn conclusie op basis van het voorgaande is, dat ik voor de verwarming moet gaan zoeken in
- a. doorstroomverwarmers of
- b. elektrische cv-ketels (e-CV).
a. Doorstroomverwarmers
Verwarmen het in de (cv) leiding aanwezige water meteen naar een vooraf ingestelde waarde. Je hebt dan een eigenlijk een geiser, maar dan elektrisch.
Voordeel hiervan is, dat er alleen elektriciteit nodig is op het moment van de warmtevraag.
Nadeel is, dat de grote hoeveelheid stroom (elektrisch vermogen) die hiervoor nodig is, zich eigenlijk niet verhoudt tot een normale huisaansluiting van 1 x 35A, of 3 x 25A. Daarover later meer. Doorstroomverwarmers worden ook gebruikt voor de warmwater behoefte (douchen), met name als er weinig plaats is voor een (flinke) boiler, of wanneer gas geen optie (meer) is. Dit kan dan nog wel, omdat er doorgaans slechts korte tijd warm water nodig is. Bij toepassing voor een verwarming moet de elektrische installatie van het huis gedurende langere tijd belast kunnen worden.
b. Elektrische Cv-ketels
Doen hetzelfde als gewone cv-ketels, maar dan elektrisch, en dus niet op gas. Je hebt ook geen rookafvoer meer nodig.
Ze zijn in diverse vermogens te krijgen. In een normale woning is echter het beschikbare elektrisch vermogen doorgaans beperkt. Een e-CV ketel van 6 kW is voldoende voor een gewoon woonhuis. Wel is een verschil in de tijd die nodig is, om het huis warmer te maken.
Dat komt, omdat een gasgestookte CV ketel, die doorgaans ook het warme water levert - de zgn. combi-ketel - gemakkelijk 30 kW vermogen kan leveren t.b.v. van het snel verwarmen van het warme water.
Op het internet zul je kunnen vinden, dat e-CV’s goedkoop zijn in aanschaf, maar duur in het gebruik. En dat het daarom geen goede vervanger is voor de gasgestookte CV. Een warmtepomp zou veel beter c.q. efficiënter zijn. Ik laat zien, dat die verschillen in cijfers erg meevallen, met name wanneer er sprake is van goed geïsoleerde woningen zoals plan Esselanden.
Ad 4. Financieel
In deze ben ik ervan uit gegaan, dat de nodige investering die ik zou doen, zich niet zozeer in ROI-termen zou terugverdienen, maar wel zou anticiperen op problemen rond a. leveringszekerheid enerzijds en b. prijsvorming anderzijds. Daarbij ga ik er a: in theorie van uit, dat de continuïteit van stroom beter gewaarborgd zal worden, dan die van gas; b: door ook te investeren in zonnepanelen, wordt de netto behoefte van stroom gedempt door de opbrengst van de zonnepanelen.
Hoe dichter de jaaropbrengst van de zonnepanelen bij het jaarverbruik komt te liggen, hoe minder het prijsrisico van de stroomtarieven ons zal raken. De salderingsregeling – die in ieder geval nog tot en met 2023* voor 100% zal gelden, maakt dat er in voornoemd geval er weinig financiële spanning komt de liggen bij prijsschommelingen. In Esselanden staan veel eensgezinswoningen, die dus allemaal een eigen dak hebben.
Ad 5. Aanpassing energie-label
Vooralsnog levert een NOM of BEN label niet meteen een beter energielabel op. Daarvoor zal ook bij veel Esselanden woningen het gewone dubbelglas vervangen moeten worden door HR++ glas en mogelijk nog een warmte-terugwin installatie worden geïnstalleerd.